Verwarm de oven voor op 200°C.
Beboter een taartvorm en bedek met bladerdeeg. Snij 1 cm boven de rand van de taartvorm het teveel aan bladerdeeg weg.
Schil de appels, verwijder het klokkenhuis en snij de appels in niet te dunne schijfjes.
Smelt een klontje boter in een (wok-)pan en roerbak enkele minuten de appelschijfjes + kaneel.
Doe 50 gr zachte boter + 100 gr suiker + 1 ei + 50 gr bloem in een kom en roer tot een glad beslag.
Schik de gewokte appelschijfjes in de taartvorm en overgiet met het beslag.
Bedek met een vel bladerdeeg. Maak de beide boorden nat met een borsteltje en druk lichtjes aan.
Bestrijk de bovenkant van de taart met boter en bak de bedekte appeltaart 35 à 40 minuten in de oven.