Leg de soepkip in een kookpot en zet ruim onder water. Breng aan de kook.
Kook de soepkip, met deksel op de pan, gaar op een zacht vuurtje (ongeveer 1 uur - in de snelkookpan 20 minuten).
Schep de soepkip uit de bouillon (behoud de bouillon) en laat afkoelen.
Verwijder het vel en de botjes van de kip. Snijd het kippenvlees in niet te kleine stukken.
Verhit een klontje boter in een braadpan en bak de gekookte kip enkele minuten en kruid met peper en zout.
Verwarm de oven voor op 220°C.
Kook de pasta beetgaar volgens de instructies op de verpakking.
Verdeel de broccoli in roosjes. Kook de broccoliroosjes beetgaar in kokend water.
Meet 0.5 liter kippenbouillon af en kruid met een verkruimeld groentebouillonblokje + peper.
Smelt een klont boter, wacht tot de boter lichtbruin is en roer er 1 eetlepel bloem door.
Bak de bloem, onder voortdurend roeren met een garde, 2 minuten.
Giet er beetje bij beetje en onder voortdurend roeren de kippenbouillon bij tot de saus de gewenste dikte heeft.
Doe de pasta, broccoli en kip in een ovenschotel en schep wat door elkaar.
Giet de saus over de ovenschotel met kip en bestrooi met geraspte kaas.
Zet de schotel 20 à 30 minuten in een op 220°C voorverwarmde oven.
De ovenschotel met kip is klaar als de kaas goudkleurig en krokant gebakken is.