Verwarm de oven voor op 200°C.
Halveer de stronken witloof en verwijder de harde (bittere) kern.
Snijd het witloof in de lengte in repen.
Smelt een weinig boter in een pan en stoof het witloof 5 minuten. Schep in een vergiet en laat goed uitlekken.
Beboter een taartvorm en beleg met het rolletje bladerdeeg. Prik met een vork gaatjes in het deeg en bestrijk de randen met vloeibare boter.
Smelt een klont boter in een steelpannetje, laat de boter wat kleuren en roer er met een garde 1 eetlepel bloem door. Bak de bloem onder voortdurend roeren 1 à 2 minuten. Giet de melk erbij en roer tot je een gladde witte saus hebt. Kruid met peper en roer er de smeltkaas door.
Bak de spekblokjes, zonder toevoeging van olie of boter, krokant in een braadpan met antiaanbaklaag.
Schik het witloof in de taartvorm, schep er de kaassaus op en verdeel er de spekblokjes over.
Bak de quiche met witloof en spek 35 minuten in een op 200°C voorverwarmde oven.